Max blikt met Ziggo vooruit: 'Het gevoel is goed'
Gepubliceerd op 28 februari 2020 door Johan Peeters
Zijn testweken op het Circuit de Barcelona-Catalunya zitten er inmiddels op en traditiegetrouw heeft Max Verstappen op de laatste testdag tijd gemaakt om samen met Formule 1-commentator Olav Mol van Ziggo bij te praten, en vooruit te blikken naar het komende seizoen. Met nog een halve dag te gaan, het interview is op vrijdagmorgen opgenomen, opent Olav met de vraag of het testen al op werk begint te lijken, waarop de Aston Martin Red Bull Racing-coureur antwoordt met: “Ik denk dat het er gewoon bij hoort. Ik heb uiteindelijk van mijn hobby mijn werk kunnen maken en dat is altijd mooi.”
Het aantal testdagen is veranderd van twee keer vier naar twee keer drie dagen. Hoe is dat bevallen? Max: “Ik vind het op zich niet zo erg hoor, ik vond acht dagen best wel veel. En uiteindelijk blijft het toch voor iedereen hetzelfde. Ik vind het niet erg als we minder dagen testen en gewoon meteen naar de wedstrijd gaan.”
Dit jaar blijven de reglementen vrijwel gelijk, en de auto’s zijn op dit moment belachelijk snel. Max legt uit: ”De auto’s gaan wel hard de hoek om en zijn weer een stap vooruit ten opzichte van vorig jaar. Het is jammer dat we vanaf volgend jaar een stuk langzamer gaan, maar nu is het heel moeilijk iemand te volgen. Ik heb een paar keer achter een auto gezeten en je komt gewoon niet in de buurt. Ronderecords zijn mooi, maar uiteindelijk moet het racen wel leuk blijven. Op dit moment weet je gewoon dat op sommige circuits de kwalificatie heel belangrijk is, omdat je in de race heel weinig kunt uitrichten.”
Iemand bij Honda zou geroepen hebben dat de nieuwe Honda-motor een “partymode” heeft? Max daarover: “We gaan het zien in Melbourne”. Op de vraag of de RB16 nou de auto van vorig jaar is met nieuwe dingen erop, of dat deze auto compleet anders is, antwoordt Max: “Het is geen compleet andere auto natuurlijk, maar ik denk dat de balans van de auto wat meer klopt, en er zijn wat kleine dingetjes aangepast. Over het algemeen zijn de auto’s wel redelijk hetzelfde omdat er geen veranderingen zijn aan de reglementen. Dus toen ik instapte wist ik wel waar ik moest remmen.”
Dit jaar staat Zandvoort op de kalender. Hoe kijk jij daar nou tegenaan, zie je het als jouw thuiswedstrijd? Max: “Ja, dat wel, maar ik maak me daar niet zo druk om. Er komen zoveel Nederlandse fans naartoe dat het echt een gekkenhuis wordt, maar voor mij, kijk ik moet me gewoon focussen op het weekend zelf. Het is natuurlijk allemaal mooi oranje, maar mijn prestaties zijn het allerbelangrijkste. Ik ga gewoon het weekend in zoals ik alle andere weekends in ga. Het zou verkeerd zijn als ik daar opeens extra gemotiveerd zou zijn, want dan doe je het gewoon niet goed in de andere weekenden.”
Op de vraag hoe ze binnen het team, en Max zelf, bezig zijn met al die verhalen over het coronavirus, antwoordt de Limburger met: ”Het komt natuurlijk steeds dichterbij en ik denk dat iedereen wel goede voorzorgsmaatregelen neemt. We gaan zien wat de Formule 1 en de FIA gaat beslissen voor de komende wedstrijden. We zijn bijvoorbeeld aan het kijken of iedereen Australië binnen mag komen.”
Max licht ook even toe waarom er vanaf dit seizoen een nieuwe fysiotherapeut aan zijn zijde te zien is. Max: “Jake wilde de wedstrijden niet meer bijwonen: hij wilde alleen de trainingen buiten de wedstrijden doen en dat betekende dat ik met twee trainers moest gaan werken. Dat is gewoon niet logisch voor mij. Ik denk dat het veel beter is om met één vaste trainer te werken, waar je een goede relatie mee opbouwt. We zijn gewoon als goede vrienden uit elkaar gegaan en hebben vijf mooie jaren samen gehad.”
Ten slotte vergelijkt Max nog even het gevoel in de auto tijdens de wintertests van afgelopen jaar met het gevoel tijdens de tests van afgelopen weken. “Het gevoel is goed natuurlijk, maar het is afwachten hoe goed het werkelijk is. Van de topteams heeft niemand vol gas gepusht. We gaan het allemaal wel zien in Melbourne. Ik heb er een goed gevoel bij, de auto is goed in balans, maar of het goed genoeg is dat is afwachten.”
