Franz Tost: 'Max was te snel voor de auto'
Gepubliceerd op 09 januari 2024 door FORMULE 1 Magazine
Dit artikel verscheen eerder in FORMULE 1 Magazine, al dertig jaar op pole! Voor meer nieuws over Max Verstappen en de Formule 1, ga naar Formule1.nl.
Auteur: André Venema
Franz Tost besefte direct na de eerste testkilometers dat Max Verstappen voorbestemd was carrière te maken binnen de Red Bull-familie én Formule 1. ‘Hij had alles onder controle.’ Verstappens voormalige teambaas over de professionaliteit van een Nederlandse tiener, diens ‘no’ van Singapore en overcapaciteit onder de helm.
Bijna anderhalf jaar lang had Franz Tost Verstappen uiteindelijk onder zijn hoede. De Oostenrijkse chef van het Red Bull-opleidingsteam, tegenwoordig AlphaTauri maar daarvoor Scuderia Toro Rosso, denkt nog met zichtbare voldoening terug aan die opwindende periode. In zijn lichte, riante kantoor op de fabriek in Faenza komen de herinneringen aan de samenwerking met Max Verstappen en zijn vader Jos als vanzelf weer bovendrijven. Het zijn er ook nogal wat, erkent Tost. En eigenlijk alleen maar mooie.
De eerste dateert van begin oktober 2014: Max Emilian Verstappen is wereldnieuws. Hij is 17 jaar en drie dagen oud als hij bij de eerste vrije training van de Japanse GP achter het stuur van de Toro Rosso STR9 plaatsneemt. Voor de pitbox klikken en draaien de camera’s onophoudelijk, er wordt in Suzuka Formule 1-geschiedenis geschreven. Critici – en dat zijn er nogal wat – vragen zich hardop af of het verantwoord is zo’n jonge coureur in een auto met bijna 1000 pk aan boord te zetten. Tost niet. Hij weet dat Verstappen een uitzonderlijk talent is, op zijn zeventiende al meer dan capabel voor de Formule 1.
Wanneer hoorde u eigenlijk voor het eerst de naam Max Verstappen?
Er valt een korte stilte. Daarna gaat zijn mobiele telefoon af, Tost drukt de beller direct weg. Onverstoord: “Toen Max nog in de karts reed en daarin zeer succesvol was. Mama mia, wanneer zal dat precies geweest zijn? Ik denk in 2010. De eerste keer dat ik Max persoonlijk heb ontmoet was drie jaar later op de Nürburgring: Jos was tijdens de Duitse Grand Prix bij ons op bezoek. Ik ken hem van vroeger, toen hij in het Formule 3-team reed van Willy Weber (oud-manager van Michael Schumacher, red). Maar goed, we hebben toen wat bijgepraat en zijn daarna een beetje met elkaar in contact gebleven.”
Een jaar later reed Verstappen Formule 3. Red Bull had hem al in het vizier en inmiddels ook opgepikt.
“Ik heb alle Formule 3-races van dat jaar op televisie gezien. Die waren op zaterdag altijd live, ik kan me niet meer precies herinneren op welke zender dat was, maar ’s zondags niet: dan werden ze op een later tijdstip uitgezonden. De indrukwekkendste race, althans volgens mij, was die van Max in Nürnberg op de Norisring. Ik herinner me het nog goed: natte baan, het regende. Zoals je weet is een rondje op de Norisring kort: dat duurt nog geen minuut. Toch was Max er één of twee seconden sneller dan de rest. Het was ongelofelijk, hij vloog er in de regen gewoon vandoor. Zéér indrukwekkend. Het deed mij meteen denken aan een race van Michael Schumacher in de Formule Ford op de Salzburgring, in de jaren ‘80. Die won hij in natte condities en daarbij reed hij ook iedereen compleet naar huis. Voor mij was direct duidelijk dat Max een buitengewone coureur is: een enorm talent met een ongelofelijk gevoel voor de auto en griplevel. Dat is echt een groot voordeel voor hem.”
Helmut Marko vertelde dat hij bij die bewuste race op de Norisring meteen wist dat Verstappen klaar was voor een overstap naar de Formule 1.
“Na die races in Duitsland (Verstappen won ze dat weekend alle drie, red) belden we elkaar. Helmut en ik hebben natuurlijk altijd contact over dit soort zaken, we bespreken uitgebreid de verrichtingen van jonge coureurs. Voor mij was duidelijk dat ik Max in onze auto wilde hebben, als coureur en niet als testrijder. Weet je, toen Max voor het eerst bij de vrijdagtrainingen testte was hij net 17. Veel ‘experts’ zeiden dat het veel te vroeg was. Waarop ik zei: maar niet voor Max Verstappen. Want hij is geen passagier in de auto, zoals je vaak bij nieuwkomers ziet, maar hij bestuurt de auto. Hoe hij de auto onder controle had, die volledig beheerste… Buitengewoon. Geloof me, als dat niet het geval was geweest, had hij echt niet in de auto gezeten. Dan had ik gezegd: ga eerst maar een jaartje in de Formule 2 rijden. Maar ik was er honderd procent van overtuigd dat we Max direct van de Formule 3 naar de Formule 1 konden brengen. De snelheid was voor Max ook helemaal geen probleem, daar was hij meteen aan gewend. Een rijder van zijn niveau kan probleemloos overstappen naar een snellere auto: binnen vijftien ronden heeft hij alles onder controle.”
Wat is volgens u Verstappens voornaamste kracht?
“Zijn gevoel voor griplevel en pure snelheid. En dat heeft denk ik alles te maken met zijn geweldige opleiding. Jos heeft Max als jonge jongen alles geleerd wat nodig is, hij heeft fantastisch werk geleverd. Ik weet niet of Max zonder Jos hetzelfde had bereikt. Hij zou waarschijnlijk wel in de Formule 1 terecht zijn gekomen. Maar of hij net zo snel en succesvol zou zijn zoals nu het geval is? Dat betwijfel ik. Want het leerproces is voor een coureur vanaf heel jonge leeftijd zo belangrijk... Alles wat je tussen je zevende en twaalfde leert, is in deze sport heel erg bepalend. Je raakt daardoor aan alles gewend, het gaat als het ware vanzelf en je hoeft er bijna niet meer bij na te denken. Jos heeft Max naar een geweldig niveau getild. Natuurlijk heeft ook het succes in de karts Max geholpen dit niveau te bereiken. En hij is zeer gepassioneerd, dat zie je aan het simracen. Hij zit soms uren in de simulator om tegen anderen te racen: dat kan alleen als je van de sport geniet. Het laat zien dat hij leeft voor het racen.”
Goed, Max Verstappen zou het dus worden. Daar waren jullie het over eens. Was het een speciaal project, omdat hij nog zo jong was?
“Nee hoor. Max was heel jong, dat klopt. Maar we hebben het met hem niet veel anders gedaan dan met andere coureurs. Hij kreeg dezelfde, normale behandeling als alle andere coureurs die de capaciteiten hadden om in de Formule 1 te rijden. Ik bedoel: je kunt rijden, of je kunt het niet. Natuurlijk zat er wel een uitdaging in voor de engineer en het management: die zijn immers altijd specifiek gericht op een coureur. Je kunt geen enkele coureur immers hetzelfde behandelen, daarvoor bestaat geen gouden regel. Je moet uitvinden wat een coureur nodig heeft, hem steunen en beschermen. En dat verschilt per individu. Bij Max ging dat allemaal vrij soepel, hij is heel easy going. Neem dat persmoment in Spa (2014, red), toen hij bij ons werd aangekondigd als coureur. Er was meer pers dan bij alle andere coureurs die dag samen. Maar Max wist hoe hij ermee om moest gaan, ook daarin heeft hij veel van Jos geleerd. Ik kan me niet herinneren dat er in zijn eerste jaar bij ons onverwachte dingen zijn gebeurd. Max was al vrij compleet als coureur, er was bijna niets nieuws of iets anders waardoor hij echt werd verrast.”
Verstappen stapte in 2014 drie keer in bij een vrije training. Kreeg u daar de bevestiging van wat u al wist?
“De eerste test van Max was op het circuit in Adria om het gevoel van een Formule 1-auto te krijgen. In Suzuka reed hij bij de Japanse GP in de eerste vrije training, later gebeurde dat ook in São Paulo en Abu Dhabi. Ik weet nog exact wat er in Abu Dhabi in de training gebeurde: hij crashte daar meteen in een van de eerste ronden. En ik wist ook waarom: Max was simpelweg te snel voor de auto. In São Paulo ging hij ook heel snel. Op een gegeven moment, ik meen in de eerste bocht, verloor hij de auto bijna. Maar hoe hij hem vervolgens opving en weer terugkreeg, was fantastisch. Geen spin, helemaal niks. Voor mij werd daar nogmaals duidelijk dat hij het niveau had om het jaar erop voor ons te gaan rijden.”
Tost besefte dat de keuze voor zo’n jonge coureur met slechts één jaar ervaring in eenzitters, de Formule 3, voor opschudding zou gaan zorgen. Toro Rosso’s aankondiging van Verstappen veroorzaakte zoals verwacht een storm aan reacties, positieve en negatieve. Volgens Tost was het destijds wellicht makkelijker voor een betrekkelijk onervaren tiener om in te stappen. “Nu zou dat wellicht lastiger zijn, omdat de Formule 1 anders is”, stelt de Oostenrijker. “In 2015 zeiden veel mensen: Formule 1 is te langzaam. Onzin vind ik, want Formule 1 is natuurlijk nooit langzaam. Maar goed, de auto’s waren wel minder snel en minder gecompliceerd dan nu. Nu is de technische uitdaging om er met motormanagement, remmen en banden het beste uit te halen.”
Verstappen legde in zijn debuutjaar de critici meteen het zwijgen op. In de tweede race, in Maleisië, scoorde hij al zijn eerste WK-punten. Daarmee herschreef hij de geschiedenisboeken. En niet voor het laatst. Met sensationele inhaalmanoeuvres werd de uitgesproken en zelfverzekerde tiener snel een lieveling van Formule 1-fans wereldwijd. Nederland sloot hem in de armen, het oranje legioen dijde snel uit en achtervolgde de nieuwe held tot in alle hoeken van de wereld. In de polder werd de Formule 1 dankzij Verstappen populairder dan ooit. Helemaal na zijn beroemde ‘no’ in de nachtrace van Singapore.
Dat incident is al even geleden en zorgde voor de nodige commotie. Was u boos dat Verstappen die stalorder gewoon negeerde?
Tost corrigeert: “Er was helemaal geen commotie. Niet bij ons. We vertelden Max: laat Carlos (Sainz, red) voorbij. Wij verwachtten namelijk dat die het gat naar Max met nieuwe banden meteen zou gaan dichten. Maar dat gebeurde dus niet. We zeiden: Carlos, als je hem wilt inhalen, moet je eerst het gat dichtrijden. Logisch, je kunt niet verwachten dat een andere coureur op de rem gaat staan om jou, die twee seconden achter ligt, voorbij te laten. Het was inderdaad een teamorder, maar die geldt alleen als de andere coureur er dicht achter zit en kijkt in welke bocht er vervolgens van positie geruild kan worden. Ik weet zeker dat als Carlos ernaast had gezeten, Max hem voorbij had gelaten. Want Carlos had nieuwere banden. Maar omdat hij zover achter lag was het simpele antwoord van Max nee. Ik begreep dat volkomen.”
Inmiddels is Verstappen een van Formule 1’s succesvolste coureurs. Dat zal u waarschijnlijk niet verrassen.
“Nee. Hij is heel belangrijk voor de Red Bull-familie, is onze snelste coureur. Wanneer je zo’n coureur hebt, iemand die zo snel is, dan heb je één hele belangrijke factor voor succes al binnen.”
Wat als hij vertrekt?
“Dat is een hypothetische vraag, want hij rijdt nu voor Red Bull. En ik hoop dat hij nog lang bij Red Bull blijft.”
Waar is volgens u bij Verstappen nog ruimte voor verbetering?
“Door ervaring word je als coureur altijd beter. Of het nou om kwalificeren gaat of bandenbeheer: je leert elke dag opnieuw. Hoe snel zijn de banden warm, heb ik een snelle of langzame outlap nodig: je ontdekt het door ervaring. Max heeft gevoel voor de auto en banden. Zijn grootste kracht is dat het rijden niet al zijn hersencapaciteit opslokt. Hij is geen passagier, maar heeft alles onder controle. In de race weet hij exact wat anderen doen, wat hun strategie is, hoe snel ze zijn, hoeveel hij wint en verliest. Het racen slokt niet alles op. Er zijn heel weinig coureurs die over deze gave beschikken.”
Paspoort Franz Tost
Franz Tost werd op 20 januari 1956 in het Oostenrijkse Trins geboren. Zijn slaapkamer hing vol met posters van Jochen Rindt, de eerste echte Oostenrijkse superster in de Formule 1. Het inspireerde Tost om ook te gaan racen. Maar hij ontdekte als snel dat hij nooit de top zou bereiken. Vanaf 1979 kwam Tost uit in de Formule Ford 1600, Formule Ford 2000 en Formule 3. In 1983 won hij zijn enige titel (Formule Ford 1600), tussendoor rondde hij een studie sportmanagement af aan de Universiteit van Innsbrück. In 1993 nam Willi Weber hem in dienst. De Duitser was de belangenbehartiger van Michael en Ralf Schumacher. Met laatstgenoemde vertrok Tost in 2000 naar het Formule 1-team van Williams. Schumacher trad in dienst als coureur, Tost als trackside operations manager van motorleverancier BMW. In 2006 benoemde Red Bull hem tot teambaas van opleidingsteam Scuderia Toro Rosso (nu AlphaTauri), een functie die hij tot en met 2023 bekleedde.