scroll
Scroll naar benedenvoor het laatste nieuws

Michael Schumacher wint wederom in Oostenrijk

Gepubliceerd op 18 mei 2003 door Martin Zoon

Volledig op eigen kracht heeft Michael Schumacher vanmiddag de Grote Prijs van Oostenrijk gewonnen. In een enerverende race moest de wereldkampioen afrekenen met zijn directe concurrenten Raikkonen, Montoya en teamgenoot Barrichello, maar eveneens met een haperende tankinstallatie, die tijdens Schumacher’s eerste pitstop bijna zorgde voor een pitbrand zoals we die nog herinneren van Jos in 1994 op Hockenheim. Vooraf leken alle ingrediënten aanwezig voor een spannende race. Een halfbewolkte hemel boven de A1-ring en een startopstelling die welhaast door Max Mosley zèlf in z’n shaker leek te zijn gemixed. Slechts het ontbreken van een Ferrari op de laatste en een Minardi op de eerste startrij voorkwam dat ‘Mad Max’s’ nieuwe kwalificatiesysteem al in de 6e race na introductie tot de ultieme grid leidde.


Schumacher wint wederom in Oostenrijk, ditmaal zonder teamorders

De start werd een verhaal op zich. Tot twee keer toe gooide Christiano De Matta roet in het eten omdat zijn Toyota afsloeg. Dat betekende twee herstarts en even zovele opwarmronden. De kans dat dit soort situaties voor slachtoffers zorgt is bijna 100%, want Formule 1-wagens zijn gebouwd om te racen en niet om stapvoets te rijden.
Heinz Harald Frentzen verliet als eerste het veld; hij probeerde voor de tweede herstart nog de T-car te bereiken, maar bleef onverwijld achter in de Sauber pit-box.
Jos Verstappen bleek enkele seconden na de start het tweede slachtoffer. Jos kwam met zijn nieuwe launch-control systeem niet van z’n plek en kon daarna evenmin overschakelen op zijn ouderwetse rechtervoet-techniek. Zijn PS03 weigerde vanaf dat moment alle medewerking, waarna Jos niets anders restte dan aan het eind van de grid zijn auto te parkeren en terug te keren naar zijn collega’s in de pits. Of het weigeren van de launch-control een gevolg was van de vertraagde startprocedure is op dit moment nog onduidelijk.


De start van de Grand Prix: een verhaal op zich

Enfin, de rest van het veld was op dat moment al onderweg en had besloten om alle vooraf aangegeven scenario’s over touchés en andere incidenten in de eerste bocht te vermijden. De safety-car situatie, die volgde naar aanleiding van de positie van Jos’ Minardi op het rechte eind, zorgde ervoor dat het veld zich nog even moest inhouden. Pas in de 4e ronde mocht iedereen zijn pedaal volledig indrukken.
Michael Schumacher hield daarbij de leiding en trapte zijn F2003-GA direct op zijn staart. Per ronde pakte hij bijna een seconde op Juan Pablo Montoya, die Raikkonen bij de start verschalkt had.
Waar Verstappen vooraf zo op gehoopt had, gebeurde ook. Jos kon er alleen niet meer gebruik van maken: vanaf de 13e ronde begon het te druppelen en kwam er een verval met ongeveer 10 seconden in de rondetijden van alle coureurs. Echter niet bij Montoya. Per ronde liep hij zijn opgelopen achterstand van 12 seconden op Michael Schumacher met bijna 3 tellen per ronde in. Jammer genoeg voor Juan Pablo bleef het bij een enkel en schamel buitje, zodat zijn achterstand uiteindelijk niet kleiner werd dan 3 seconden.


Jos' kapotte Minardi zorgde voor inzet van de safety car

Een serie van pitstops volgde bij de diverse teams, maar geen van de rijders ging over op intermediates of regen-banden. De pitstops van Ferrari zorgden rond de 22e ronde voor commotie in de wedstrijd. De anders zo geoliede Ferrari-machine liet eerst Rubens Barrichello al 13 seconden langer staan, vanwege problemen met de tankinstallatie. Vervolgens moest Schumacher er aan geloven. Ook bij hem bleef de tankslang vastzitten wat tot spectaculaire taferelen leidde. Vlammen tussen de tanknozzle en zijn auto en blussende monteurs brachten de Duitser in ieder geval niet van zijn stuk. Schumacher keerde terug in de race op de 3e plek en reed zich vervolgens stoïcijns naar de 1e plek.
De anders zo betrouwbare BMW-motor achter in de auto van Montoya hielp Schumacher daar overigens wel bij. JPM blies ‘m –noodgedwongen- op, Kimi Raikkonen –op dat moment 2e - verstijfde van schrik en Schumi gleed er op een geslepen manier voorbij.


Kimi Raikkonen lette even te veel op de prachtige omgeving rond Spielberg.

Het tweede deel van de wedstrijd kende minder spektakel. Alonso, Heidfeld en Fisichella moesten het strijdtoneel verlaten als gevolg van technische problemen en de pitstops van Ferrari verliepen (bijna) weer normaal.
De gevechten van Ralf Schumacher en Coulthard om de 5e plek en die tussen Raikkonen en Barrichello om de 2e plek sprongen in het laatste deel van de race in het oog. Ralf bezweek onder de druk in de 57e ronde en moest DC laten gaan na een blokkerend voorwiel in de hem toch al niet zo goed gezinde Remus-kurve. Het gevecht tussen Raikkonen en Barrichello hield de toeschouwers vanaf de 62e ronde tot aan de finish op het puntje van de stoel. Beide coureurs lieten zien wat ze waard zijn en reden bochten achtereen naast elkaar. Raikkonen liet zich echter niet meer van de wijs brengen en voorkwam daarmee de prolongatie van de ‘Ferrari-één-twee’ van 2002.


Button imponeert met een foutloze race.

Opmerkelijk was uiteindelijk de prestatie van Jenson Button. De Brit laat tweewekelijks zien volwassen te zijn geworden en bekroonde zijn goede weekend in Oostenrijk met een prachtige 4e plek. Een podiumplek lijkt ook voor hem slechts een kwestie van tijd.
De voorlopig laatste editie van de GP van Oostenrijk kreeg dus gelukkig weer een ‘normale’ podiumprocedure; Schumacher weliswaar wederom op het hoogste tree, maar nu omdat hij deze overwinning daadwerkelijk verdiende.