Dubbele kwalificatie werkt niet

Gepubliceerd op 06 maart 2004 door Martin Zoon

De nieuwe kwalificatieopzet die vandaag in Melbourne voor de eerste maal dit seizoen werd uitgevoerd, kan voorlopig nog niet rekenen op enige bijval vanuit de pitstraat. Het gros van de betrokkenen is er van overtuigd dat de eerste ronde, die slechts bepalend is voor de startvolgorde van de tweede ronde, volkomen nutteloos is.

“Het risico om in de eerste ronde van de baan te gaan, weegt namelijk niet op tegen het belang van één, twee of drie plekken naar voren of naar achter in de startvolgorde van deel twee” aldus Rubens Barrichello. De Braziliaan gaf toe dat hij zijn Ferrari absoluut niet pushte in het eerste deel, waarin hij als winnaar van de laatste GP van het vorig seizoen het spits moest afbijten. “De baan was bijzonder stoffig en met een grote zekerheid over de weersomstandigheden van slechts anderhalf uur later is het gewoon dom om op de limiet te gaan racen. Eigenlijk is in de huidige opzet alleen het tweede deel belangrijk” vervolgt Barrichello.

Rubinho: niet echt te spreken over nieuwe kwalificatie-opzet

Vorig seizoen speelde tijdens een aantal race-weekenden de kans op wisselende weersomstandigheden tijdens de officiële kwalificatie van zaterdag nog enigszins een rol in de benadering van de pre-kwalificatie door de coureurs. Wanneer er op vrijdag in voorkomend geval dan wat kapot ging, was er toch voldoende tijd om de volgende dag goed geprepareerd aan de start van de echte ‘kwali’ te verschijnen.

Ook het gegeven dat deze kwalificatie-opzet bijna twee uur aandacht vraagt van de toeschouwers, maakt de boel er niet interessanter op, is een veelgehoorde klacht. “Wanneer er in de toekomst ook nog ’s sprake zal zijn van vertragingen als gevolg van rode vlag-situaties, zal het geheel een langdradig verhaal worden” gaf Ron Dennis, Mclaren’s teambaas, ook zijn mening. Om vervolgens er aan toe te voegen “maar laten we net als vorig jaar eerst maar eens 3 races in deze opzet doorgaan. Daarna zullen we in staat zijn om de nieuwe opzet te evalueren en kan beoordeeld worden of er aanpassingen moeten worden doorgevoerd”.

Martin Zoon