scroll
Scroll naar benedenvoor het laatste nieuws

Jarno Trulli wint schitterende GP van Monaco

Gepubliceerd op 23 mei 2004 door Jo Vleugels

Velen zullen de GP van Monaco vooraf hebben ingeschat als een reclameoptocht omringd door de rijken der aarde. Formule 1 liet ons zien dat deze sport niet vooraf geregisseerd kan worden. Een race vol met spektakel, vol met spanning die ondanks het ontbreken van inhaalpogingen toch zeker de moeite waard was.
Jarno Trulli wist de race te leiden vanaf de start ondanks de druk van Jenson Button die de laatste ronden wel heel dichtbij kwam en de race met een halve seconde verschil als tweede eindigde.
Rubens Barrichello pakte de derde plaats, hoewel hij zelf waarschijnlijk op iets meer gehoopt had.


Trulli en Flavio blij

Om een mooie race te zien moeten er meestal ook dramatische gebeurtenissen plaatsvinden. Met twee starts, twee keer een safety car situatie, veel crashes en het uitvallen van Michael Schumacher mag de GP van Monaco 2004 in de analen bijgeschreven worden als een race waar velen op gehoopt hadden.

Bij de start ging het al meteen mis bij Oliver Panis, die zijn Toyota niet aan de praat kreeg, De start werd geneutraliseerd en er moest een nieuwe formatieronde gereden worden. De race begon hiermee tien minuten later dan gepland. Meteen was al zichtbaar dat hedendaagse bolides zich vervelend gedragen zodra er situaties ontstaan die niet door een computer voorspeld worden. Vooral hadden veel auto's last van de warmteontwikkelingen door deze twee starts achter elkaar.


zeer verrassend podium

Tijdens de tweede start reed Takumo Sato als een duveltje uit een doosje weg en wist een vierde positie te pakken na als zevende vertrokken te zijn. Wel raakte hij daarbij even een wiel van Michael Schumacher's Ferrari. Ook Räikkönen en DaMatta bewezen tot de goede starters te horen.

Christian Klien was de eerste van veel uitvallers doordat hij al direct in de eerste ronde de neus van zijn Jaguar stuk reed op de auto van Heidfeld en vlak daarna in de Loews bocht uitviel.
Tijdens diezelfde ronde kwam er al opvallend veel rook uit de auto van Sato. De BAR hield daarmee Räikkönen en Schumacher op. In de tweede ronde kwam de motor met heel veel rookontwikkeling helemaal tot stilstand vlak na het uitkomen van de bocht Tabac. Door deze rook was het zicht nihil op het circuit. Fisichella bleek als een van de weinige het risico te willen nemen om met een behoorlijke snelheid door te rijden in de dichte rook. Hij moest dit bekopen met een flinke crash achterop de auto van David Coulthard, wat uiteindelijk als resultaat had dat de Sauber zijdelings op de rail geparkeerd stond. Gelukkig mankeerde Fisichella zelf niets. Maar ook David Coulthard's McLaren kon niet meer gerepareerd worden en zodoende was David ook het haasje.
De safety car zorgde ervoor dat er rust kwam.

In de twaalfde ronde viel ook de tweede Jaguar uit. Mark Webber moest door technische problemen zijn auto aan de kant zetten. Een ronde later werd dit ook gedaan door Pantano in de Jordan en in de 18e ronde door Bruni in de Minardi. Het veld was toen dus al flink uitgedund.

Jenson Button was de eerste van de leiders die een pitstop maakte in de 18e ronde, vijf ronden later gevolgd door Trulli. Alonso en Michael Schumacher maakten hun stops in de volgende ronden waarbij Michael zich voor Räikkönen en Button wist te dringen.

In de 28e ronde moest Kimi Räikkönen het opgeven, na lang op een hoopvolle 5e positie gereden te hebben. McLaren wist dus weer geen auto aan de finish te krijgen.

Halverwege de race hield Heidfeld met de Jordan de complete top drie op door veel te laat te reageren op blauwe vlaggen. Zodoende verdwenen vele tussenliggende secondes in de top drie.

Kort erna crashte Fernando Alonso hard in de tunnel bij het inhalen van Ralf Schumacher. De Renault liep werkelijk aan alle kanten schade op en het inzetten van de safety car bleek weer noodzaak.


crash van Alonso

Tijdens deze safety car situatie remde Michael Schumacher hard in de tunnel en Montoya kon de Ferrari niet helemaal ontwijken. Hierdoor vloog Michael's Ferrari in de vangrail en moest de zesvoudige wereldkampioen de race opgeven. Het was niet geheel duidelijk of Michael een mechanisch defect had of dat hij de actie zelf gepland had. Daar de reglementen voorschrijven dat niemand bij een safety car situatie meer dan vijf lengtes verwijderd mag zijn van de vorige auto, kon Montoya in ieder geval de Ferrari niet ontwijken.


Je gunt het natuurlijk niemand?

Het laatste deel van de race wist Jenson Button de druk nog goed op te voeren bij Jarno Trulli, zodat ook dat deel van de race beslist niet als saai gezien kon worden.

Jo Vleugels