Weer eens wat anders: Raikkonen en Fisichella
Gepubliceerd op 09 juli 2004 door John ter Meer
Het scheelde maar vijfduizendste van een seconde of Giancarlo Fisichella had tijdens de tweede vrije training op het circuit van Silverstone toch wel voor een welkome verrassing gezorgd. Uiteindelijk kwam de Sauber coureur dat minieme verschil tekort op de snelste coureur van de dag: Kimi Raikkonen van McLaren. Ook een surprise die toe te juichen valt want dat is dit seizoen wel eens anders geweest. Daar waar met name de Fin werd geplaagd door tegenslag in het McLaren kamp lijkt met de komst van de MP4-19B het lek bij het team boven te komen. Want ook teamgenoot David Coulthard liet zich nadrukkelijk van voren zien met een vierde snelste tijd.
Kimi weer eens snelste van de dag.
McLaren, Sauber, Ferrari en BAR eindigden met beide auto’s in de top tien, gecompleteerd door één BMW Williams (Gene) en één Renault (Trulli). Met zijn laatste rondje wist Fisichella zijn blauwe Ferrari, zoals de Sauber ook wel genoemd wordt, naar een zeer verdienstelijke tweede plek te sturen. De Italiaan reed in de eerste sector de snelste tijd van allemaal. Hij kan overigens rijden wat hij wil, Fisichella moet sowieso tien plekken terug op de startgrid omdat wegens motorproblemen tijdens de eerste vrije training de krachtbron in zijn bolide verwisseld moest worden. Maar dit succesje pakken ze hem niet meer af.
Fisichella 2de van vandaag, verliest zondag 10 plaatsen.
Achterin het veld groepeerden de minder bedeelden zich op een manier die we dit seizoen van ze gewend zijn. Behalve Anthony Davidson (BAR) dan, maar die viel stil in de laatste sector en kon derhalve geen snellere tijd meer realiseren. Vanaf plek veertien zijn de volgende teams terug te vinden: Toyota (financieel in elk geval niet minder bedeeld…), Jaguar, Jordan en Minardi. Met helemaal achterin de persoonlijke succesjes: Minardi coureur Bruni is sneller dan Jordan coureur Pantano en onze Belgische vriend Bas Leinders laat dit keer de rode lantaarn over aan teamgenoot Baumgartner.
John ter Meer
