Wat Jos betreft moeten motoren blijven brullen
Gepubliceerd op 04 mei 2011 door Niels Hendrix
Als de langeafstandsracerij de voorbode is van de technische ontwikkelingen zoals die zich door de gehele autosport zullen gaan voordoen, staan er voor de toekomst grote veranderingen op stapel. Dieselmotoren en hybride auto's, ze rijden er stilletjes hun ronden tussen de aloude benzineslurpers. Maar Jos blijft liever het gebrul horen. Onderstaand de column van Jos Verstappen zoals die in de Telegraaf van donderdag 5 mei te lezen is.
"In autosport draait het om snelheid en getunede motoren. Zo was het, zo is het en wat mij betreft blijft het ook zo. Volgende maand (11 en 12 juni) staat de 24 Uur van Le Mans op het programma, een klassieker in de autosport, maar hier en daar lees ik over initiatieven om deze of andere wedstrijden met hybride of elektrische motoren te gaan rijden. Ik hoop niet dat we met de autosport deze kant op gaan en dat de brullende motoren worden ingeruild voor stille motoren. Het is vanzelfsprekend een goede zaak dat nieuwe technieken ontwikkeld worden en voorhanden komen, maar soms moeten dingen blijven zoals ze zijn.
De 24 Uur van Le Mans is een waanzinnig mooi evenement. Ik ben er ook nog even mee bezig geweest om 'm dit jaar weer te rijden, maar dat is niet gelukt. Als kleine jongen kon Le Mans me maar matig boeien, maar dat kwam omdat ik niet wist wat het inhield. Inmiddels weet ik beter. De enorme hoeveelheid toeschouwers, de ambiance, het type circuit, de lengte van de race, het 's nachts rijden en de ontwikkeling die de wedstrijd de afgelopen decennia heeft doorgemaakt. Vroeger reed je Le Mans op negentig procent omdat je alles heel moest zien te houden, maar inmiddels is de techniek van de auto's zo goed dat Le Mans een wedstrijd is geworden waarbij je 24 uur op de limiet moet rijden. Een uniek evenement derhalve.
Dat laatste geldt vanzelfsprekend ook voor de Indy 500, al heb ik daar minder gevoel bij. Eind deze maand (29 mei) gaat Ho-Pin Tung hem rijden. Ik heb er zelf ook ooit aan gedacht een keer aan die wedstrijd mee te doen, maar uiteindelijk heb ik dat een beetje laten versloffen. Ik ben namelijk niet zo'n fan van de ovals. Racen is voor mij remmen, bochten insturen en uitaccelereren, terwijl de Indy 500 meer een evenement is voor de toeschouwers, die alles kunnen overzien. Ik zeg niet dat het niet moeilijk is om de Indy 500 te rijden, integendeel zelfs, maar ik heb veel meer met Le Mans en uiteraard ook met de Formule 1.
Na drie races in de F1 zie je inmiddels dat er bij een aantal teams flink wat druk op de ketel staat. Bij Ferrari wijt men de tegenvallende seizoensstart aan de windtunnel die niet goed gekalibreerd zou zijn. Natuurlijk is het een complex verhaal met de aerodynamica, maar ik vraag me dan wel af wat ze de jaren hiervoor, toen ze wel succesvol waren, dan in die windtunnel hebben gedaan.
Bij het team van Williams hebben inmiddels de eerste mensen hun conclusies getrokken. Technisch directeur Sam Michael en hoofd aerodynamica Jon Tomlinson gaan, terwijl Mike Coughlan komt. Coughlan was in 2007 betrokken bij het spionageschandaal rond McLaren en Ferrari en moest destijds het veld ruimen. Zijn terugkeer bij Williams is een soort tweede kans. Ik neem aan dat hij geleerd heeft van het verleden. Van Williams is het een slimme zet om hem te halen. Hij heeft veel ervaring en is iemand die een auto kan ontwerpen en uiteindelijk is dat toch waar het om draait.
Door alle ontwikkelingen, voor en achter de schermen, kijk ik in ieder geval uit naar de Grand Prix van Turkije, komende zondag. Red Bull Racing en McLaren staan er dit seizoen goed voor en de rest valt tot nu toe een beetje tegen, maar het seizoen is gelukkig nog maar net begonnen dus er kan nog van alles gebeuren."
Niels Hendrix
