Column: Tijden veranderen
Gepubliceerd op 28 september 2010 door Niels Hendrix
In de autosport is een hoop veranderd in de loop der jaren. Teams en belangen zijn groter geworden en rijders moeten zich volgens het boekje gedragen om niet ontslagen te worden. Dat was vroeger nog wel eens anders. F1 rijders in de jaren '70 die op zaterdagavond nog even naar een feestje gingen om de mooiste pitspoes mee naar het hotel te nemen en als ze uit de raceauto stapten meteen een sigaret in hun mond namen. Doordat de sport steeds professioneler wordt, moet je tegenwoordig ook wel alles goed doen. Anders red je het natuurlijk niet meer. Maar er is daardoor zeker wel een stukje extra lol verdwenen.
Als ik de verhalen hoor van de generatie Jan Lammers, Huub Rothengatter, Arie Luyendyk en mijn vader dan weet je gewoon dat die een super tijd hebben gehad. Elkaar de hele dag dwars zitten, op welke manier dan ook, en de meeste rare streken uithalen. Ik leerde Jos voor het eerst pas echt goed kennen tijdens de eerste A1GP test op Silverstone. Daar waren we na een dag testen vroeg klaar en begon de verveling toe te slaan. Huub was er ook bij en die wist nog wel wat leuks. Vlakbij het circuit is een heel steil bruggetje, waar ze vroeger na de trainingen allemaal met de huurauto's heengingen om te kijken wie het verste kon springen. Hier zagen we wel wat in en voor ik het wist hing ik samen met Jos als Colin McRae in de lucht. Huub zei dat hij een mietje was en dat moet je tegen Jos natuurlijk niet zeggen. Dus bij de volgende en meteen laatste sprong knikte de auto half doormidden, begon olie te lekken en vloog zelfs in brand. Huub was wel sportief, want de auto stond op zijn naam. Dus hij heeft het ook op moeten lossen.
Jeroen en Jos waren in 2005/2006 eerste en tweede coureur voor A1GP Team Netherlands
Samen met Peter van Merksteijn in 2008 winnaar van de 24 Uur van Le Mans in de LMP2
Dit was het begin van een heel leuk seizoen samen. Op het circuit volgas, maar daarnaast ook gewoon leuke dingen doen en plezier maken. Dat betekende natuurlijk niet dat we iedere week een huurauto plat reden, maar lol hadden we zeker. Ook later toen ik met Jos Le Mans reed, hebben we leuke tijden gehad. Dat is wat een hoop jonge coureurs vaak vergeten door zichzelf te serieus te nemen. Want als je kunt autoracen, is dat een voorrecht en daar moet je van genieten. Iedereen moet serieus zijn om goed te presteren, maar als je het naar je zin hebt, presteer je ook beter. Veel rijders vinden het belangrijker welk merk zonnebril ze op hebben en of hun haar wel goed zit. Want hun imago moet goed zijn. En vooral de hele dag roepen hoe hard je traint. Volgens mij hoeft een professionele coureur dat niet te zeggen. Sterker nog, het moet niet eens ter sprake komen. Je moet het gewoon zijn. We hebben soms best gelachen om wat mensen allemaal buiten het racen zelf doen voor aandacht. PR bureaus die de marketingstrategie bepalen van een jonge coureur en met de meeste bizarre kreten en bijnamen komen. Misschien is het toch handig om gewoon bij de basis te beginnen en zo hard mogelijk probeert te rijden en races te winnen.
Jeroen op Le Mans in actie voor Spyker (2009)
Zo kwam Jos uiteindelijk ook in de Formule 1. Door te winnen en op die manier op te vallen. Niet door geld, geen PR onzin, maar gewoon op talent. En dat is knap voor een Nederlander. Want er zijn er maar heel weinig die in de Formule 1 kwamen zonder een bak geld mee te brengen. Ook mij is het niet gelukt om in de eerste jaren van mijn carrière genoeg op te vallen voor de Formule 1. Waar het ook aan lag, maakt niet uit. Als jonge coureur moet je meteen opvallen en winnen, zonder excuses. Dan is de Formule 1 ook zonder geld haalbaar. Dus ik ben snel reëel geworden en ben andere klassen gaan rijden, waar je ook als professional aan het racen bent. Inmiddels rij ik tegen de 40 weekenden per jaar over de hele wereld. Het is dan misschien geen Formule 1, maar ik heb het wel enorm naar mijn zin en kan er goed van leven.
Jos is nu natuurlijk volop bezig met de carrière van zijn zoon Max. En ik weet zeker dat ze tussen de races door ook echt leuke tijden hebben. Dat is een van de redenen waarom ik denk dat Max heel ver gaat komen. Hij heeft precies de goede opvoeding gehad en weet waar het om gaat. En dat is dus niet het merk raceschoenen o.i.d. maar gewoon de voet die erin zit. Ik heb ook net een zoon gekregen die Max heet. Mocht hij racen leuk vinden, zal ik hem ook zeker helpen. Want als je eenmaal in de racewereld zit, is de verslaving toegeslagen. En ik kan me niets leukers voorstellen dan later met hem naar de circuits te gaan.
Jeroen Bleekemolen