Column: Minder perfect, meer plezier
Gepubliceerd op 02 augustus 2011 door Niels Hendrix
Het is doorgaans 'not done' om als professioneel autosporter toe te geven dat je jezelf als fan profileert. Coureurs zijn immers die ontoerekeningsvatbare stukken vlees en bloed (en ego!), die eigenlijk elf van de tien keer het immer briljante werk van team en technici teniet weten te doen om er daarna via een nog briljanter excuus voor te zorgen dat het aan hun zeker niet gelegen heeft. Als trendbreuk wil ik daarom met een bekentenis komen: ook ik stond jaren geleden, als ietwat jonger mannetje, in de file richting Rosmalen voor een handtekening van ene Jos Verstappen. Spoel de klok voorwaarts en ik bevind mijzelf achter een laptop voor een gastcolumn. Het kan verkeren...
In mijn hoedanigheid als assistent teammanager voor Van Merksteijn Motorsport by Equipe Verschuur heb ik in 2008 al het goede van dat jaar van dichtbij mogen beleven. Veel is er al gezegd en nog veel meer valt er te vertellen. Voor deze column volstaat het echter om te zeggen dat het succes van dit RS Spyder project voor een grote deel te danken was aan de fantastische manier waarop elk teamlid, van catering tot coureur en alles daartussenin, dat jaar gewerkt heeft. Synergie is een (te) vaak gebruikt woord voor al dat wat georganiseerd kan worden, maar in 2008 hadden wij het te pakken en mochten daarom als allereerste in de geschiedenis het Wilhelmus naar Le Mans brengen. Aan initiatieven voor een goed boek over dit gouden project geen gebrek maar helaas is er, bij mijn weten, nog niet één daadwerkelijk bij de boekhandel geland. Ik wil jullie graag verzoeken het eerste initiatief wat dit wel lukt met al jullie (koop)kracht te steunen en belonen!
Aan plaatjes voor een boek geen gebrek. Maar wie gaat het schrijven?
Wat dan wel te vertellen in deze column? Ik had gedacht om, in de hoop dat mijn bekentenis uit de eerste alinea voor een veilig 'fans onder elkaar' gevoel zorgt, eens een woord te durven noemen waar zoveel oestrogeen omheen hangt dat je er spontaan één keer per maand een slecht humeur van krijgt... Dat woord is romantiek. Niet wegrennen, mannen. Geen rozenblaadjes op bed of eindeloze diners bij kaarslicht. Ik heb het over die ene vorm van romantiek die wij collectief begrijpen.
Afgelopen weekend bevond ik mij rond middernacht op een terras gelegen halverwege twee plekken, die wij feilloos op een kaart kunnen aanwijzen en kennen als Eau Rouge en Radillon. Rechts van mij fonkelden ontelbare lichten vanaf de paddock de donkere nacht in en voor mijn neus schoten dikke GT-auto's en hun koplampen die ene heuvel op (die je moet zien om te geloven) en verdwenen ze snel weer richting het donker van de Kemmel straight op jacht naar de finish van de Spa 24 Hours. Op zo'n moment is autosport alles wat het kan zijn en weet je weer waarom dit de mooiste sport ter wereld is.
De befaamde bocht Eau Rouge in de vroege ochtend van de Spa 24 Hours
Autosport is geen absolute maar een subjectieve beleving. Een emotie. Romantiek. En autosportromantiek is volledig onafhankelijk van tot in de perfectie ontworpen formule auto's bestuurd door een elitegroep van supermensen. Ik vroeg mij al een tijdje af waarom Formule 1 mij nauwelijks nog weet te boeien, maar nu weet ik het. Maakt het voor de aantrekkelijkheid van een race echt uit dat de coureur een gentleman is, die buiten de races om als genieter in het leven staat in plaats van een jong talentje wat al vanuit de baarmoeder richting sportschool en media training geschoten is? En is een technisch inferieure maar schitterend vormgegeven GT auto die zich door bochten vecht en wringt niet veel mooier dan een formule auto rijdend als op rails? Als we terugdenken aan de gloriedagen van F1 en de helden van toen, vallen die mannen dan in de categorie topatleten zoals hun huidige collega's? Of waren ze in gedrag en karakter veel meer als de mannen die we nu als gentleman-racers kennen en daardoor nog mooiere kleurrijkere personages? Zit schoonheid niet juist in fouten en imperfectie?
Ik overdrijf uiteraard, maar de frustratie komt voort uit het feit dat nog altijd vele autosportfans zoveel fantastische autosport mislopen door zich vooral te concentreren op wat volgens de stereotypen het leukst zou moeten zijn. Formule 1 is terecht geweldig om vele redenen, maar doet qua kijkplezier vaak onder voor heel veel andere races, die helaas vaak wat meer moeite kosten om te zien dan simpelweg op zondag om 14.00 de TV aanzetten. Mocht ik iemand hebben weten te overtuigen, neem dan zeker een kijkje op bijvoorbeeld GT1world.com of GT3Europe.com en volg de race eens via de professioneel geproduceerde livestream. Satisfaction guaranteed: inhaalacties die in de F1 de jaarclip halen, zijn hier eerder regel dan uitzondering. Romantiek is ook een (American) Le Mans Series race live beluisteren via Radio Le Mans terwijl de laptop met tijdwaarneming op schoot staat. En voor wie binnenkort de Masters of F3 gaat bezoeken op Zandvoort, neem eens objectief plaats op de tribune en vertel mij dan of de F3 nou echt een leukere race was dan de Swift Cup of het Dutch GT4 Championship? Ik weet dat vele bezoekers van deze website Jos gevolgd hebben in zijn succesvolle stap weg van formule auto's en nu precies weten waar ik het in deze column over heb. Maar we missen jullie nog op de nationale en internationale tribunes!
De Porsche 997 GT3 R, een brute bak
Een Lamborghini Gallardo vliegend door La Source hairpin
In Sportscar & GT racerij komen niet enkele maar alle facetten voorbij die autosport mooi maken. Topcoureurs en gentlemans, high-tech prototypes en de meest schitterende Porsches, Ferrari's, Lamborghini's en andere exoten. Een kaartje kost geen €300,=, iedereen is welkom op de paddock, het entertainment is groot en de sfeer fantastisch. Het is geen wonder dat zoveel ex-F1 rijders hier voor hun plezier aanwezig zijn. Hopelijk kunnen we hetzelfde bieden aan zoveel mogelijk ex-F1 kijkers...
Robert van Barneveld