Max geeft in “masterclass” les over racen
Gepubliceerd op 05 januari 2016 door Niels Hendrix
“The next big thing” was waar het half oktober tijdens Exact Live, het grootste business software event van Nederland, allemaal om draaide. Naast de speeches door grote namen op het podium vonden er in de jaarbeurs in Utrecht ook workshops en trainingen plaats. Max Verstappen sprak er niet alleen voor de volle zaal, maar gaf ook voor enkele tientallen genodigden een “masterclass”.
Na een compilatie van videobeelden van zijn inhaalacties in 2015, vertelt Max over zijn inhaalkunsten: “Dat is een gevoel, een instinct. Je gaat er gewoon voor. Als een inhaalactie lukt, ben je even blij, denk je ‘dat was een mooie’ en ga je weer verder.” Is het lastig om uit een slipstream te komen? “Als je dicht achter iemand rijdt, zijn er storende luchtwervelingen. Uit die vuile lucht wil je wegblijven. Je probeert dan grip te zoeken om de bocht goed uit te komen om aan te kunnen vallen. Voordat je een inhaalactie daadwerkelijk inzet, ben je die al een paar bochten daarvoor aan het prepareren.
In China remde Max na het lange rechte stuk de Sauber van Marcus Ericsson uit zonder zijn wielen te blokkeren. Hoe kreeg je dat voor elkaar, is de vraag die de Nederlandse Formule 1-coureur gesteld wordt. “Van te voren had ik mijn rembalans iets naar achteren gezet, zodat ik harder kon remmen. Dan is het een kwestie van aanvoelen dat je echt op de limiet zit. Ondertussen moest ik ook mijn batterijen gebruiken, want we kwamen topsnelheid tekort. Dan ben je dus met één hand de knop van de rembalans aan het verzetten en na de inhaalactie de instelling van de batterij weer aan het veranderen om energie te sparen. Dan rijd je dus met één hand door de bocht, maar ook daar wen je aan.”
Er wordt in de hightech wereld van de Formule 1 enorm veel data verzameld en geanalyseerd, kijk je daar zelf ook naar? “Ja, ik bekijk zelf ook veel data. Ik heb een eigen laptop waar alles op staat. Op de auto zitten zo’n 1500 sensoren, die allemaal data leveren. Als ik alles op mijn scherm zet, kom ik er niet meer uit. Dus ik check voornamelijk de bochtensnelheid, remdruk, hoe je op het gas gaat, hoeveel de banden blokkeren en de energie die gebruikt wordt met gas geven. Daar ben ik altijd heel druk mee bezig.”
Max vervolgt: “Uiteindelijk gaat het om de details, zeker in de Formule 1, waar alle coureurs getalenteerd zijn. Het zijn kleine dingen waar je één of twee honderdsten in een bocht kunt vinden en dat maakt samen het verschil in een rondetijd.”
In een F1-bolide zitten twee pedalen: het rempedaal en het gaspedaal. De koppeling zit aan het stuur, met twee hendels, zodat je die afhankelijk van het links of rechts de pits uitrijden kunt gebruiken. Max onderwijst ons in het gebruik van die koppeling tijdens een start: “Bij een start gebruik je beide hendels van de koppeling. Je kunt de koppeling laten opkomen om het moment te voelen dat hij slipt. Bij de start knijp je de ene helemaal in en zet je de andere op die positie, waar hij begint te slippen. Als de lichten doven, laat je de eerste hendel volledig los en die pakt precies op het juiste moment over. Er komt uiteraard nog meer bij kijken, ook met twee andere knoppen op het stuur, maar zo maak je normaal een goede start.”
Formule 1-teams bestaan uit honderden medewerkers, waarvan een gedeelte bij alle Grands Prix present is. Op het circuit zijn er dan zo’n 30 tot 40 engineers, verdeeld over twee auto’s. “Binnen het team werk ik erg intensief met mijn eigen mensen. Na trainingen hebben we besprekingen die één tot anderhalf uur duren. Ik eet dan tijdens zo’n meeting in plaats van dat ik naar de hospitality van het team ga. We zijn altijd bezig om het hele pakket te optimaliseren. Het gaat dan niet alleen om wat ik van hen vraag, maar ook andersom. Of ik bijvoorbeeld in een bepaalde bocht de rem iets eerder los kan laten, zodat de auto er iets meer in rolt. Zo proberen we altijd tijd te winnen.”
En hoe gaat dat in zijn werk als je testwerk verricht in de Red Bull simulator in Engeland? “Daar zijn dan zes tot tien engineers bij aanwezig, die constant meekijken en setups voorbereiden. Het is dus belangrijk om goed met al deze mensen overweg te kunnen en duidelijk te communiceren. Het is een werkrelatie, maar daarnaast moeten we ook goed met elkaar overweg kunnen. Een keer uit eten en plezier hebben met elkaar hoort er dus ook bij.”
