Marko: “Kunnen een flinke stap zetten in Barcelona”
Gepubliceerd op 20 april 2017 door Julien Lemmen
Voorafgaand aan het seizoen waren de verwachtingen voor het team van Red Bull Racing hooggespannen. Strijden om het kampioenschap was het doel. Met slechts één podium na drie races en een achterstand op concurrenten Ferrari en Mercedes kan echter gesteld worden dat de verwachtingen vooralsnog niet waargemaakt kunnen worden. Helmut Marko, adviseur van Red Bull motorsport, erkent dat het team nog veel werk moet verzetten om de achterstand goed te maken.
In een interview met Formula1.com stelt Marko dat er wel progressie is geboekt in de eerste drie races: “In Australië lagen we 1.8 seconden achter, in China was dit 1.3 seconden en in Bahrein ongeveer negen tienden van een seconde. Dus we verbeteren ons stapje voor stapje en verkleinen het gat naar de top, al is het natuurlijk niet genoeg. Als we naar de kwalificatie kijken, wanneer de auto’s hun echte snelheid tonen, weten we dat Mercedes en in zekere mate ook Ferrari een kwalificatie-modus hebben, wat ze veel helpt. Dat we nu constant op hen in lijken te lopen, is veelbelovend. Tevens krijg je voor de kwalificatie geen punten. Het goede nieuws is dat we in de race meestal sterker zijn, als we tenminste geen problemen krijgen zoals het euvel met de rem van Max in Bahrein."
Al tijdens de testdagen in Barcelona, voorafgaand aan het seizoen, bleek volgens Marko dat Red Bull een achterstand had: “Bij de eerste test waren we nog redelijk optimistisch dat de eerste drie teams dicht bij elkaar zouden liggen, maar tijdens de tweede test realiseerden we ons dat we achter lagen. Daarom waren Melbourne en Shanghai geen wake-up call, zoals het misschien voor buitenstaanders leek. Wij wisten al eerder wat de situatie was.”
De redenen voor de achterstand zijn volgens Marko duidelijk: “We hebben twee problemen: Renault had wat betrouwbaarheidsproblemen, wat hun ontwikkeling heeft vertraagd en wij hebben niet het chassis gebouwd zoals we hadden gemoeten. We zijn echter dag en nacht aan het werk om onze tekortkoming goed te maken. We zijn vrij optimistisch dat we een flinke stap kunnen zetten in Barcelona, waar we veel nieuwe onderdelen krijgen. Ook heeft Renault iets op de planning staan voor Canada. Soms is geduld dus een schone zaak.”
Bang dat Mercedes en Ferrari dan al aan de horizon verdwenen zijn, is de Oostenrijker niet: “Toen we voor het kampioenschap vochten met Sebastian Vettel tegen Alonso in 2012, stonden we na de zomerstop zelfs nog 42 punten achter ze. Toch wonnen we! We zijn dus meesters in het inlopen van achterstanden”, voegt Marko er lachend aan toe.
Voor Red Bull Racing is het echter lastig om afhankelijk te zijn van hun motorleverancier. Iets waar Marko graag een keer verandering in ziet komen: “Natuurlijk, en niet ‘een keer’, maar op zijn laatst in 2021 moet er een onafhankelijke motorleverancier naar de Formule 1 komen. Dat is meer dan nodig. De motor moet simpel zijn, veel lawaai produceren en de kosten moeten onder de tien miljoen euro liggen. We praten over een veel minder geavanceerde motor dan we nu hebben, een simpele race-motor. Er zijn genoeg bedrijven te vinden die deze kunnen leveren. We verwachten dus van de nieuwe eigenaren van de Formule 1 dat ze, samen met de FIA, uiterlijk aan het eind van het seizoen een oplossing weten te vinden. Anders is ons verblijf in de F1 niet zeker meer.”
Toch vindt Marko dat ze de achterstand ook aan zichzelf te wijten hebben: “We vechten nu voor P3 in het kampioenschap, wat niet ons doel kan zijn. Op het gebied van het chassis moeten we daarbij ook naar onszelf kijken. We zullen dus hard moeten werken om het gat te verkleinen.”