FIA akkoord met verlaging budgetcap en andere reglementswijzigingen
Gepubliceerd op 27 mei 2020 door Julien Lemmen
De FIA heeft bekendgemaakt dat het World Motor Sport Council de voorgestelde reglementswijzigingen voor 2021 en 2022 heeft goedgekeurd.
De voornaamste wijziging voor volgend jaar is de invoering van de budgetcap. Aanvankelijk was deze vastgesteld op 175 miljoen dollar, maar het budgetplafond is in de nieuwe plannen verlaagd naar 145 miljoen dollar, omgerekend 132 miljoen euro. Dit bedrag zal in de daaropvolgende jaren nog verder zakken, naar 140 miljoen dollar in 2022 en 135 miljoen dollar vanaf 2023. De salarissen van de coureurs, het top-personeel en de motorische kosten, zijn niet inbegrepen in de budgetcap.
Door de coronacrisis is de invoering van de nieuwe generatie Formule 1-auto’s uitgesteld naar 2022, en wordt er volgend jaar geracet met de auto’s van dit seizoen. De ontwikkeling aan de huidige auto’s wordt volgend jaar bijna geheel aan banden gelegd. Zo mag er de komende winter niets worden veranderd aan het chassis, de versnellingsbak, en de ‘impact structures’. Ook de ontwikkeling aan de motoren wordt flink beperkt. Beginnend met dit jaar, waarin er slechts een ‘paar motorische updates’ zijn toegestaan. Vanaf 2021 mag er nog maar één motorupdate doorgevoerd worden, terwijl de ontwikkeling aan de motoren vanaf 2023 geheel wordt bevroren.
De gebieden van de auto’s die nog wel doorontwikkeld mogen worden, zijn ook ingeperkt, door de invoering van een ‘token’-systeem. Om ontwikkelingen door te voeren aan de auto’s zullen de teams een bepaald aantal tokens in moeten zetten. De hoeveelheid tokens die de FIA aan ieder team uitdeelt, is beperkt, zodat de teams selectief moeten zijn in de zaken die ze doorontwikkelen.
Tenslotte wordt er ook een ‘aero handicap’ ingevoerd. Deze maatregel, die vanaf 2021 zijn intrede zal doen, zal de tijd die de teams in de windtunnel door mogen brengen, nog verder beperken. De tijd die elk team ter beschikking krijgt in de windtunnel, wordt bepaald aan de hand van de stand in het constructeurskampioenschap. De topteams krijgen op deze manier minder tijd in de wintunnel dan de teams uit het middenveld, en zo poogt de FIA het veld dichter bij elkaar te brengen.