Verslaafd aan winnen: een terugblik met Max, Jos en Raymond
Gepubliceerd op 07 februari 2024 door FORMULE 1 Magazine
Dit artikel verscheen eerder in FORMULE 1 Magazine, al dertig jaar op pole! Voor meer nieuws over Max Verstappen en de Formule 1, ga naar Formule1.nl.
Auteur: Gerard Bos
Zou het ooit beter kunnen dan de imposante manier waarop hij in 2022 wereldkampioen werd? Ja, zo bewijst Max Verstappen een jaar later. De overtreffende trap van Verstappen blijkt namelijk Verstappen zelf.
Terug naar Suzuka, zondag 9 oktober 2022. Verstappen voegt zich bij het kwintet Jack Brabham, Jackie Stewart, Niki Lauda, Nelson Piquet en Ayrton Senna. Dat vijftal won ook ieder drie titels. In de paddock zijn vriend en vijand het erover eens dat Verstappen niet misstaat in dit rijtje. De consensus: hij is pas 26 jaar, er volgen misschien meer titels, maar toch heeft hij nu al zijn plek verworven binnen de elite van de autosport en de Formule 1 in het bijzonder. Op naar Alain Prost en Sebastian Vettel (4), Juan Manuel Fangio (5) en Lewis Hamilton en Michael Schumacher (7)? Wie weet.
Historische waarde
Veel zegt Verstappen zelf altijd niet te geven om bijvoorbeeld records, maar dat behoeft een nuance. Want als het misschien niet de sportieve of zelfs historische waarde is die hem raakt, dan toch zeker wel de gevoelsmatige waarde. Een gedeeld succes, zoals hij dan graag benadrukt. Van hem, samen met zijn familie en vrienden. En met het team, de Red Bull-familie. Kortom, met al die mensen die hem na aan het hart liggen.
Verstappen realiseert zich in Qatar zaterdagavond na de sprintrace echter volop de toch grote historische waarde van dit derde kampioenschap. En is oprecht blij en trots. “Als je de namen uit dat rijtje drievoudige kampioenen ziet, denk je wel even: ‘wow’. Het is ongelooflijk wat zij hebben gepresteerd in hun loopbaan en nu sta ik daarmee op gelijke hoogte. Dat zorgt echt wel voor een bijzonder gevoel.”
Al op donderdag gaat het op de mediadag in Losail veelvuldig over het historisch perspectief waarin je het dan nog aanstaande kampioenschap van Verstappen kunt of moet plaatsen. Gevraagd naar een vergelijking met de drievoudig kampioenen van weleer, merkt de Nederlander op dat je die niet zomaar kunt maken. “Iedereen is goed op zijn eigen manier, niemand is hetzelfde. Elk tijdperk is nu eenmaal anders. Dat is ook het fijne aan de sport, die ontwikkeling. Maar het is dan niet eerlijk mensen met elkaar te gaan vergelijken.”
Hij zegt het terwijl het kwik in de woestijn naar 41 graden stijgt. Gelukkig werkt de airco verkoelend in het voor 300 miljoen euro (!) verbouwde pitcomplex, gelegen temidden van zandstormen in de woestijn aan de rand van Losail. Niet dat Verstappen verlichting nodig heeft, hij zit er sowieso al koeltjes en ontspannen bij. Van angstzweet is geen enkele sprake in de aanloop naar de titelclimax, hij is relaxed. Zoals zo vaak dit seizoen.
Twinkeling
Dat is ook tijdens dit Grand Prix-weekend weer merkbaar. En wel vaker, voor wie er eens op gaat letten. Want veelal, in die paar honderdsten of tienden van een seconde na een aan Verstappen gerichte vraag volgt er bij hem even een mini-stilte, snel gevolgd door een twinkeling in de ogen en een al dan niet lichtelijk ondeugende glimlach die doorbreekt. Het resultaat van dat alles verpakt zich daarna in een gevat antwoord, vaak voorzien van humor, zelfspot of vooruit, een subtiel doch onschuldig sneertje naar pak ’m beet Mercedes.
Donderdag is het ook weer zover. Of hij nerveus is voor het aanstaande titelweekend, vraagt een Engelse journalist. Daar is die twinkeling, de kwinkslag is aanstaande in 3, 2, 1. En jawel: “Oh ja, enorm nerveus. Ik sta ervan te bibberen”, antwoordt Verstappen, waarna hij een grote grijns tevoorschijn tovert.
Van stress geen sprake dus. In alles straalt hij uit: alles onder controle, alles goed, alles prima. Wie doet me wat, dat idee. Het is het aura van een ware kampioen, zelfverzekerd zonder arrogantie. Overtuiging zonder overschatting. En het is ook op dat moment waarop je op donderdag als toehoorder al weet: dit gaat helemaal goedkomen voor hem.
En dat komt het 48 uur later. Verstappen eindigt achter Oscar Piastri als tweede in de sprintrace. Maar als na twaalf ronden zijn enige overgebleven concurrent (en teamgenoot) Sergio Pérez uitvalt, is al duidelijk dat de derde wereldtitel een feit is. “Ik zag dat het gebeurd was”, vertelt Verstappen naderhand over de exit van Pérez. Feestvieren in de auto deed de Nederlander vervolgens evenwel niet. “Ik bleef gefocust op het winnen van de race, want dat wilde ik graag.”
Lof
Dat laatste lukt uiteindelijk niet, maar de vreugde om de wereldtitel is er niet minder om. Ook niet bij vader Jos Verstappen en manager Raymond Vermeulen. “We hadden deze natuurlijk al wel een tijdje zien aankomen”, zegt die eerste tussen allerlei felicitaties en interviews door. De lof voor zijn zoon komt ook hem toe als leermeester. Hij is de man die Verstappen junior ook het beste kent van iedereen. En dus is de vraag aan hem: Wat zegt dit succes voor de komende jaren? “Max zit op zijn top, denk ik. Maar we weten niet waar het eindigt.”
Hij spreekt dank uit aan het team en duidt het collectieve succes van Red Bull en zijn zoon. “Je hebt goede spullen nodig, laten we dat niet vergeten. Daarvoor zijn veel mensen belangrijk: engineers, ontwerpers, noem maar op. Er mag geen slechte schakel tussen zitten.” Dus rijst de vraag of de combinatie Verstappen en RB19 misschien wel de beste ooit is, zeker voor de Nederlandse coureur. Verstappen senior, grijnzend: “Blijkbaar wel.”
Naast hem knikt Vermeulen. Hij geniet ook van het succes. “Max heeft wéér een stap gemaakt, super om te zien hoe hij dit met zoveel overmacht kan doen.” Waar het ooit zal eindigen, kan ook zijn manager niet voorspellen. Aan gretigheid bij de drievoudig wereldkampioen volgens hem echter geen gebrek. “Die spirit in Max, daarvan is nog niks verloren gegaan. Volgend seizoen is er een nieuw seizoen, het zal misschien dichter bij elkaar zitten. Maar ook dat kan weer een mooi jaar worden.”
Met misschien wel dezelfde ontknoping als nu, ook al verschilt die dan van de voorgaande twee kampioenschappen. “Zeker die eerste was heel erg anders”, kijkt vader Verstappen nog eens terug op de climax in de laatste ronde van het WK in 2021 in Abu Dhabi. “Dat was natuurlijk veel spannender en misschien ook wel mooier, denk ik.” Met een lach: “Toch heb ik liever dit.”
Vergelijken
En wat de drievoudig wereldkampioen zelf eigenlijk de mooiste vindt? Het is een clichévraag, maar je ontkomt er niet aan als er sprake is van meerdere, al dan niet opeenvolgende, titels. “En zeker als die ook nog eens allemaal erg verschillend tot stand kwamen”, begrijpt Verstappen maar al te goed. “Ook hier geldt alleen dat het lastig te vergelijken is.”
De coureur doet desondanks een poging. “De eerste keer wereldkampioen worden in de Formule 1 was het meest emotioneel, ook omdat ik daarmee mijn droom zag uitkomen. Maar deze laatste titel is de beste tot nu toe van de drie. Want het is het resultaat van mijn beste seizoen ooit. Met al die opeenvolgende overwinningen (Verstappen verbeterde Sebastian Vettels record en tilde dat naar tien GP-zeges op rij, red.). Maar ook dankzij de auto, die zo goed is gebleken. Daarom ben ik op deze titel, samen met het team, misschien wel het meest trots. We zijn zó constant geweest.”
En nu? Zijn ster is nog altijd rijzende. Hoeveel titels volgen er nog? Niemand die het kan voorspellen. Niemand ook die het nog dúrft te voorspellen. Want net als je denkt dat het misschien niet eens meer beter kan, bewijst Verstappen weer het tegendeel. Dat leerden we dit jaar met z’n allen ten opzichte van 2022. De concurrentie is hoe dan ook alvast gewaarschuwd. Het tijdperk-Verstappen is nog lang niet voorbij.