Max neemt ons in een openhartig gesprek mee in zijn wereld
Gepubliceerd op 29 april 2015 door Niels Hendrix
Max Verstappen kwam met 17 jaar als jongste coureur in de historie de Formule 1 binnen. In wat voor een wereld ben je beland, vragen we hem. “In een hele drukke wereld, maar wel de wereld die altijd mijn doel was. Nu ik daar eenmaal ben, kan ik er geen genoeg van krijgen.” Wat vind je van al die aandacht? “Formule 1 staat heel hoog aangeschreven, dus dat hoort erbij. Ik haat het niet, maar vind het ook niet geweldig. Het is gewoon een onderdeel van het leven van een F1-coureur.” Je bent liever niet het middelpunt van de aandacht? “Ik sta liever aan de zijkant te kijken wat er gebeurt.”
Formule 1 staat weer volop in de schijnwerpers in Nederland. Krijg je dat mee? “Niet alles, omdat ik natuurlijk veel onderweg ben, maar als ik thuis ben merk ik het wel. Het is mooi om te zien dat de autosport en zeker de Formule 1 zo leeft in Nederland.” Op kartbanen is de aanwas van jongeren die de nieuwe Max Verstappen willen worden al merkbaar. “Dat is heel mooi en ik denk ook dat het belangrijk is dat ik een voorbeeld kan zijn voor jonge kinderen die willen gaan karten. Het is ook super voor de indoor kartbanen dat er meer mensen komen.”
Je vader Jos komt in veel verhalen over jou terug. Vind je dat vervelend? “Nee, wat mijn vader als Nederlander in de Formule 1 heeft gepresteerd, is bijzonder. Dat moeten we niet vergeten. Hij heeft mij alles geleerd. Natuurlijk heb je talent nodig, maar ook goede begeleiding. In Jos heb ik van kinds af aan een hele goede begeleider gehad.” Hij heeft Formule 1 op de kaart gezet in Nederland. “En nu proberen we het nog beter te doen.” Jos zegt zelf dat jij meer talent hebt dan hij had. Waar zit dat in? “In de begeleiding. Hij moest alles zelf uitzoeken en aanleren, omdat hij niemand om zich heen had die het kon uitleggen. Ik werd vanaf mijn eerste stappen in mijn carrière in de juiste richting gestuurd en hij heeft mij verteld wat er nodig is om een F1-coureur te worden. Dat maakt uiteindelijk een heel groot verschil.” Heb je ooit getwijfeld over het pad dat naar de Formule 1 leidde? “Nee, eigenlijk niet. Ik wist altijd al wat ik wilde en vind het racen nog steeds net zo leuk als toen ik begon. Dat is denk ik heel belangrijk.”
Naast het racevirus van je vader, heb je de genen van je moeder, een begenadigd kartster, gekregen. Hoe ervaart Sophie jouw avontuur? “Ze is tamelijk nerveus als ik rijd. Maar mijn moeder weet waarover het gaat, omdat ze zelf heeft geracet. In Bahrein was ze voor het eerst bij een Grand Prix, maar natuurlijk volgt ze alles op tv.” Je zusje Victoria schijnt ook met een kart uit de voeten te kunnen. “Ze is daar heel laat mee begonnen, dus nu is ze alleen nog aan het trainen. Het is belangrijk om veel te rijden en vanuit daar kijken we wel verder. Het is leuk om haar te coachen”, zegt Max met een lach. “Ondanks dat ze best eigenwijs is, neemt ze het uiteindelijk wel aan, omdat ze weet dat we het beste met haar voor hebben. Wat dat betreft heeft ze het karakter van mijn vader.”
Wie zie je in de Formule 1 als je grootste concurrent? “De enige waar je je mee kunt vergelijken is je teamgenoot. We rijden in dezelfde auto en uiteindelijk is Carlos mijn grootste concurrent. Maar we gaan heel goed met elkaar om, proberen elkaar te helpen en auto vooruit te brengen. Er is totaal geen haat of nijd, we gunnen elkaar het beste. Tussen de raceweekenden door houden we contact via Whatsapp.” Bevalt het je bij Scuderia Toro Rosso? “Ja, Toro Rosso voelt als een tweede familie voor me. We werken heel goed samen en iedereen laat merken het beste met me voor te hebben. Het team heeft uit het verleden veel ervaring met jonge coureurs, dus weet hoe dat aan te pakken. Ze geven mij het vertrouwen en dan voel ik me snel thuis bij een team. Dat is heel belangrijk.”
Terugblikkend op je aankondiging als Formule 1-coureur, was je toen nerveus? “Nee. Eerst kon ik het niet geloven natuurlijk, maar nadat het contract met Red Bull getekend was, startte de voorbereiding voor het seizoen al. Dan ben je serieus bezig om alles zo perfect mogelijk voor elkaar te krijgen. Ik was absoluut blij, maar verder heb ik dat moment niet echt gevierd.” En toen je daadwerkelijk voor de eerste keer in een Formule 1-bolide het gas intrapte? “Ik kon niet geloven hoe hard het vooruit ging. De eerste paar rondjes kon het amper met mijn ogen bijhouden, zo hard accelereerde de auto. Maar door meer rijden en testen went alles en nu wil ik alleen maar harder gaan.” Hoe is het om in de Formule 1 te racen? Max vat het treffend samen: “Het is nu allemaal groter, maar uiteindelijk blijft het hetzelfde: zo hard mogelijk een rondje rijden.”